In gesprek met Randy Sanches
''Ik wil het werk als trainer koste wat het kost niet loslaten''
Wie zijn de teamleden van Stichting Sitara? Vandaag een interview met Randy Sanches (42). Naast trainer bij Stichting Sitara, is Randy keeperstrainer bij Jeugd Volendam (13 t/m 18) én keeperscoach van het Surinaams elftal. In zijn verhaal komen twee grote passies bij elkaar: voetbal en werken met kinderen. En waarom hij, ondanks zijn volle schema, elke week weer les geeft aan kinderen.
Hoe was het om als kind op te groeien in Amsterdam West?
‘’Ik ben opgegroeid in de Kinkerbuurt. Dat was toen echt een volksbuurt. Iedereen kende elkaar, van winkeliers tot bouwvakkers. Ik speelde elke dag buiten met een vast groepje jongens uit de buurt. We hadden drie plekken waar we elkaar altijd opzochten. Achter de Tenkate markt op het pleintje, het grasveld bij WG terrein en de basisschool in de kinkerbuurt. Als er niemand te vinden was op de ene plek, dan ging je door naar het andere. Het was elke dag voetballen, dag in dag uit, totdat de lantaarnpalen in de avond aan gingen. Dat was dan het teken om naar huis te gaan.’’
Is daar je passie voor voetbal begonnen?
‘’Ik had op de basisschool een vriend, Sander Smit. Hij zat op voetbal, maar wij konden het eigenlijk nooit betalen. Op jonge leeftijd, toen ik 9 was, ben ik mijn vader verloren. Mijn moeder moest toen echt bikkelen. Zij had dubbele banen en al helemaal geen tijd om mij naar een voetbalvereniging te brengen. De vader van Sander, Fred, vroeg op een gegeven moment: ‘’Vind je het niet leuk om mee te voetballen?’’ Ik heb dat toen thuis besproken en mama zei dat ze me niet zou kunnen halen, brengen, noem maar op. Fred had meteen zoiets van, laat dat maar aan mij over. Door Sander en zijn vader ben ik terecht gekomen bij VVA de Spartaan, bij de Jan van Galenstraat. Daar heb ik tien jaar gespeeld.’’
Hoe heb je de stap gemaakt naar werken met kinderen?
‘’Na drie jaar profvoetbal en vijf jaar in de amateurvoetbal, kwam ik terecht bij Accent Sport in de Jan Pieter Heijerstraat. Op een gegeven moment kwamen de muren op me af. Ik wilde iets anders doen. Mijn passie is voetbal, maar ik wilde ook heel graag met kinderen werken. Mijn vrouw zag een vacature voorbij komen als straatcoach bij stichting Saoa (Stichting aanpak overlast Amsterdam). Dat heb ik een tijd gedaan. Daarna kwam er een vacature vrij als interventie medewerker. Dat hield in dat je ook bij gezinnen over de vloer kwam en samenwerkten met allerlei hulpverleningsinstanties. Dat wilde ik, want zo kon ik echt wat betekenen voor de jeugd. Zo leerde ik ook Jessica (directeur Stichting Sitara) kennen.’’
En hoe werd je trainer bij Stichting Sitara?
‘’Ik was nog een dag per week werkzaam als straatcoach in Diemen. Door een naar incident ben ik helaas uitgevallen en in de ziektewet beland. Op een dag belde Jessica mij om te vragen hoe het met ging. Ik vertelde haar mijn verhaal en ze stelde voor om bij Sitara te werken. Ik twijfelde, want ik was mijn hoop verloren door het incident. Maar tegelijkertijd kon ik op deze manier toch weer iets voor de jeugd doen. Ik heb toen een aantal sessies meegedraaid op wat basisscholen. Het programma sprak me meteen aan en ik vond het echt leuk. Dit gaf mij de kans om al eerder met de jeugd aan de slag te gaan. Sindsdien heb ik het werk als trainer niet meer losgelaten. Door Jessica, door het werk wat ik kan doen als trainer, ben ik weer opgekrabbeld.’’
Waarom dacht je na het incident, ik wil het weer proberen?
‘’Na de eerste basisscholen dacht ik meteen, dit is iets voor mij. Door de positiviteit die ik vanuit het werk als trainer kreeg, kwamen er dingen op m’n pad. Opeens, echt uit het niets, kwam Jong Volendam (13 t/m 18). En kort daarna kreeg ik een telefoontje van Stanley Menzo, hij werd bondscoach van Suriname en vroeg ik of ik er klaar voor was om voor het Surinaamse voetbalbond te werken. Toen ik dat hoorde, viel ik bijna flauw. Stanley is mijn idool, door hem ben ik gaan keepen. Zodoende ben ik nu ook keeperstrainer van het Surinaams elftal.’’
Wat voor verandering zie je bij de kinderen die je les geeft?
‘’De jongeren worden bewuster van zichzelf. Het mooie aan het lesprogramma is dat we de diepte in kunnen gaan. We spenderen extra tijd aan het praten over lastige onderwerpen, zoals de werking van je hersenen, cultuur, eigen verantwoordelijkheid, waarden en normen en gevoelens. Ik merk dat de jongeren er over nadenken en goede antwoorden geven. Het is een kleinere groep waardoor we veel meer 1 op 1 met hen bezig zijn. Wij herhalen onderwerpen en kunnen korter en sneller handelen op gedrag en gesprekken. Dat krijgen we ook vaak terug van leraren, goed dat jullie dit doen.’’
Wat hoop je te bereiken als trainer bij HET HUIS?
‘’Ik wil jongeren leren stabieler in het leven te staan. Ik ben van mening dat als je jezelf goed kent, je het maximale uit het leven haalt. Het geeft mij één en al voldoening dat ik op deze manier wat terug kan doen voor de jeugd. Liever had ik dit ook gehad toen ik zo jong was. Als je nog moet twijfelen, wie ben ik, waar kom ik vandaan, wat kan ik. Dan kost het je meer tijd. Als ik kijk naar mezelf, nu op m’n 42e: ik had tien jaar eerder een stap moeten maken om aan mezelf te werken. Ik liep vast omdat ik niet wist wat ik kon en wat ik wilde. Door HET HUIS kan ik de jongeren op de goede weg helpen, naar wie ze zijn en wat ze willen.’’